Getuigenis van een mama: Kaat

Kaat: “Ik dacht dat mijn zoon veilig zou zijn in opname. Dat bleek niet het geval”

Kaat* vertelt over wat haar zoon overkwam, hoe ze als ouders onvoldoende werden betrokken of geïnformeerd over beslissingen en welke impact de isolaties en fixaties hadden, op hun zoon maar ook op hen.

In 2014 was mijn zoon Stijn* 17. Hij was wat aan het experimenteren met druggebruik. Op een bepaald moment, na een weekend, kreeg hij een acute psychose. We herkenden dit niet echt en dachten dat het om een tijdelijk probleem ging. De situatie werd echter erger en ik belde naar verschillende psychiatrische ziekenhuizen om hulp te krijgen. Ze vertelden mij dat ze niets konden doen omdat hij zelf geen hulpvraag had. We brachten hem uiteindelijk binnen in een spoeddienst psychiatrie.

Dit leek ons op het eerste zicht geen slechte keuze. Hij wou echter geen medicatie en er werd een gedwongen opname opgestart. We werden hiervan totaal niet op de hoogte gebracht en hadden daarover ook helemaal geen inspraak. Eigenlijk hadden we verwacht dat men samen met ons zou zoeken naar een psychiatrisch ziekenhuis waar hij terechtkon. De gedwongen opname was volledig onverwacht en iets wat we ook niet wilden voor hem. We dachten dat hij veilig zou zijn eenmaal in opname, maar dat bleek absoluut niet het geval. 

Stijn moest bij aankomst onmiddellijk in isolatie en werd gefixeerd

Zijn vader mocht mee in de ambulance die Stijn van de spoeddienst naar het psychiatrisch ziekenhuis bracht. Toen hij daar aankwam, werd Stijn onmiddellijk naar isolatie gebracht en werd hij gefixeerd. Hij werd op een woensdag opgenomen en we mochten hem pas vrijdagavond zien. Dat moet overweldigend geweest zijn voor hem, maar dat was het ook voor ons. Er kwam ook nog bij dat hij wellicht dacht dat niemand meer te vertrouwen was, ook wij niet. Ik denk dat hij dacht dat wij dat zo hadden gewild, maar dat was niet het geval. Integendeel. 

De eerste keer dat ik op bezoek ging, vroeg hij “Waar was je dan? Waarom ben je niet gekomen?” Ik vermoed dat ze in het ziekenhuis niet hebben gezegd dat wij van hen niet op bezoek mochten komen. Dit hadden ze aan hem moeten uitleggen. Ze hadden ook aan ons moeten uitleggen waarom wij niet op bezoek mochten komen. Ze vertelden dat dit standaardprocedure was. We wilden de psycholoog en de psychiater spreken. We zagen enkel iemand van de maatschappelijke dienst om een vragenlijst in te vullen. Daar werd ook gezegd dat hij voor de rest van zijn leven medicatie zou moeten nemen. 

We kregen geen enkele uitleg

Het was moeilijk om mijn zoon zo ontredderd en versuft te zien. We kregen geen enkele uitleg, over niets. Ook niet over de werking van de medicatie of over de bijwerkingen. Dit is één van mijn slechtste ervaringen ooit. We voelden ons als ouders schuldig. Mocht ik hebben geweten dat dit het resultaat was, dan had ik nooit om een opname gevraagd. Het zorgde er ook voor dat Stijn nog minder dan ervoor openstond voor hulp. 

Stijn verbleef veertig dagen in opname. Na die veertig dagen namen we hem mee naar huis. Hij ging op ontslag zonder vervolgafspraak. Alleen zijn voorschriften voor medicatie waren geregeld. We hebben zelf gedurende een week rondgebeld om een psychiater en een psycholoog te vinden. We vonden een psychiater waar we wel tevreden over waren. Hij maakte tijd om even naar ons te luisteren en zorgde vooral voor de medicatie. Stijn keerde terug naar school en bezocht wekelijks een ambulant zorgcentrum voor jongeren met drugproblemen. 

In maart 2015 herviel hij en kwam hij op een PAAZ terecht. Hij verbleef er drie weken in een isoleercel, gelukkig niet gefixeerd. We mochten er bij. Het leek alsof de verpleging niet zo goed wist hoe ze iemand met een psychose moesten benaderen. De zorg bleef beperkt tot de vraag ‘Hoe is het vandaag’ en wat medicatie geven. Er was geen begeleiding, geen gesprek, geen therapie of psycholoog.  Van daaruit werd hij naar een psychiatrisch ziekenhuis overgebracht. We stelden onze voorwaarden bij deze transfer: geen isolatie of fixatie en we wilden ook mogelijkheid tot bezoek. De eerste weken verliepen goed. Maar dan namen de stemmen bij Stijn weer de overhand.

Op de afdeling hielden ze zich ook niet meer aan onze voorwaarden. Dat is enigszins begrijpelijk want mijn zoon hoorde stemmen die zeiden dat hij zich pijn moest doen. Er werd hem opgedragen zich vanaf een hoogte te laten vallen. Zijn stemmen gaven hem deze opdracht omdat hij daarmee zogezegd andere mensen zou redden.

We mochten niet op bezoek 

Hij verbleef op een kamer die op slot ging. Het was niet de bedoeling dat we op bezoek kwamen. Ze hadden ons niet verwittigd dat we niet mochten komen en we zagen hoe het personeel van de afdeling een papier aan de buitenkant van zijn deur had gehangen met daarop zijn naam en de vermelding dat hij kamertraining kreeg en dat hij op zijn kamer moest blijven. Een zeer bevreemdend zicht was dat. 

Al zijn gerief zat achter slot in zijn eigen kast. Hij moest altijd alles vragen, bvb ook als hij zich wou wassen. We konden bekomen dat we toch op bezoek konden blijven gaan. Wij moesten ook een sleutel vragen om in de kast te geraken. Ze deden weinig moeite om hem te laten douchen. Ik hielp hem daar dan bij. 

Drie weken in de isoleercel

Hij kreeg andere medicatie en hij reageerde daar snel op. Dat ging een week goed en men besliste toen die medicatie stop te zetten. Ik wist dat hij zou hervallen. Ik ken hem en ik weet hoe hij op medicatie reageert. Men zei mij dat ik niets afwist van medicatie. Zoals verwacht herviel hij. Hij moest in isolatie en ik kreeg de boodschap dat we niet meer op bezoek mochten komen. We deden dat toch en tijdens ons bezoek mocht hij uit isolatie. Als we weg waren moest hij er terug in. Hij bracht drie weken in die isoleercel door. 

Ik denken dat we in hun ogen lastige en vervelende ouders waren. We respecteerden het bezoekuur niet meer. We bleven tot ons gezegd werd dat we moesten vertrekken. Dit was voor ons de manier om ervoor te zorgen dat hij zo weinig mogelijk in isolatie zat. Ze zeiden zelf dat ze niet de mogelijkheid hadden om de hele tijd bij hem te blijven en dus moest hij in isolatie.

Hij is dan uiteindelijk uit isolatie weggekomen omdat de dwanggedachten verdwenen. Hij bleef nog een maand in het ziekenhuis. Bedoeling was dat hij in dagtherapie ging. Dit lukte niet omdat de groep te verscheiden was. Hij was toen nog maar 18 en hij vond er geen aansluiting. Hij kwam naar huis. Er was enkel de consultatie bij psychiater. We vonden een nieuwe psycholoog waar hij nu nog steeds naartoe gaat.

Op momenten dat ik moest werken, haalden we iemand in huis om toezicht te houden. Hij kreeg thuisonderwijs vier uur per week en dat werd geleidelijk uitgebouwd totdat hij weer voltijds naar school ging.  

Alles liep vrij goed tot december 2018. Toen werd hij opnieuw kort opgenomen voor een maand in datzelfde psychiatrisch centrum. In januari 2019 werd hij naar een andere instelling gebracht. Daar pendelde hij tussen de open en de gesloten afdeling. Vervolgens werd hij weer overgebracht naar een andere afdeling tot februari 2021. 

Toen er een ontslagdatum werd afgesproken, werd hij opnieuw psychotisch en kwam er een heel zware herval. Op die afdeling konden ze niets voor hem doen omdat ze niet gesloten was. Op de gesloten afdeling van de instelling was er op dat moment geen plaats waardoor hij naar een spoeddienst moest. Hij werd zich intussen bewust dat hij gevaarlijk kon zijn voor zichzelf en vroeg nu zelf om naar de isolatiekamer te kunnen gaan.

Op deze spoeddienst werden we als ouder wel betrokken

We mochten op ieder moment van de dag bellen, ook ’s nachts als we niet konden slapen. Daar zeiden ze dat ze hem niet zouden fixeren. Iemand die daar werkte gaf mee dat hij het slechts één keer op de twaalf jaar dat hij daar werkte had meegemaakt dat iemand gefixeerd werd. We werden als ouders ook veel meer betrokken op deze spoeddienst. Dit was toch een enorm verschil met die andere spoeddienst waar hij eerst terechtkwam. 

Onze allereerste ervaringen met de psychiatrie waren echt verschrikkelijk. Je doet er toch lang over om hulp te vinden en als dat dan eindelijk lukt dan is dat een opluchting omdat je denkt dat je zoon veilig en warm zal ontvangen worden maar dat was totaal niet het geval. 

Wat voor ons anders zou moeten is dat er meer hulpverlening aan huis zou moeten komen, afgesteld op de noden Stijn. Op dit moment zou het goed zijn als hij zelfstandig zou kunnen wonen en zou kunnen terugvallen op iemand die daar aanwezig is. Het lijkt ons belangrijk dat deze nieuwe woonvormen kunnen ontstaan. Ik denk dat onze zoon ook nood heeft aan gesprekken met andere mensen die in dezelfde situatie zitten. 

____

 (*) Kaat en Stijn zijn pseudoniemen